Onlangs deed het gerechtshof van Den Bosch uitspraak over loondoorbetaling bij ziekte. In deze zaak was een werknemer in 2013 enkele maanden ziek vanwege psychische klachten. Zijn werkgever betaalde hem 100% van zijn salaris door. Ook toen de werknemer zich in 2014 opnieuw ziek meldde en zich liet opnemen in een GGZ-kliniek, betaalde de werkgever zijn volledige salaris door. Na enkele maanden verliet de werknemer de kliniek, maar hij informeerde zijn werkgever hier niet over. De werknemer was nog steeds volledig arbeidsongeschikt en onder behandeling van een psycholoog en psychiater. Toch ontving hij vanaf de daaropvolgende maand 70% van zijn loon, in plaats van 100%.
Werknemer mag vertrouwen op 100%
In een kort geding lukte het de werknemer niet om zijn volledige loon te vorderen, maar in hoger beroep had hij wel succes. Het hof stelde vast dat de werkgever contractueel en wettelijk gezien slechts 70% van het loon hoefde te betalen tijdens de ziekte. Hier had hij echter niet voor gekozen: hij betaalde in de ziekteperiode van 2013 en in het eerste gedeelte van de ziekteperiode in 2014 100% van het loon. Toen hij in de loop van 2014 toch 70% wilde gaan betalen, mocht de werknemer er inmiddels op vertrouwen dat hij bij arbeidsongeschiktheid recht had op 100% loondoorbetaling.
Geen omstandigheden die een ander salaris rechtvaardigden
Volgens de werkgever had de werknemer ontwijkend gedrag en slecht werknemerschap vertoond nadat zijn opname in de kliniek beëindigd was. De werknemer bleef in die periode echter wel arbeidsongeschikt. Volgens het hof waren er ook geen andere feiten of omstandigheden die de situatie zo veranderden dat de werknemer niet langer op 100% loondoorbetaling mocht rekenen. De werkgever moest dan ook 100% van zijn loon doorbetalen.
Bron: Rendement
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 14 juli 2015, ECLI (verkort): 2626